Sleurholts » Specials » Schildklier

Schildklier, bijschildklier en jodium

De goed werkende schildklier zorgt (door aanmaak van o.a. T3 en T4) samen met andere mechanismen dat onze stofwisseling goed werkt. Om T3 en T4 aan te maken is er voldoende jodium in de voeding nodig. Behalve T3 en T4 (thyroxine) wordt er door de schildklier Calcitonine geproduceerd wat de hoeveelheid Calcium in het bloed reguleert. De bijschildklier speelt hier nog een rol in. Een ziekte van de schildklier kan leiden tot hypothyreoidie of hyperthyreoidie. Bij sommigen zijn er duidelijke klachten, bij anderen sluimert het.

Schildklier

De schildklier ligt bovenin de hals en bestaat uit twee lobben die met elkaar verbonden zijn via een istmus. De lobben bevatten follikels (zakjes of blaasjes) die goed doorbloed zijn. Er zitten veel kleine bloedvaatjes en lymfevaten omheen. Onder invloed van TSH (thyroid stimulating hormone) kunnen de follikels groter of kleiner worden, en zo meer of minder T4 en/of T4 produceren. TSH is een van de hormonen van de hypofyse. Bij het syndroom van Sheehan staat hier meer over beschreven.

De schildklier is in staat delen van hormonen (zoals thyroxine) voor enkele maanden op te slaan in o.a. thyreoglobuline, een glycoproteïne molecuul. Dit thyreoglobuline wordt vervolgens als colloid (lijmachtige stof) in de follikels bewaard. Het thyreoglobuline kan jodium uit het bloed aan zich binden door middel van waterstof en oxidatie.

Aan de rand van de follikels zijn er C-cellen (parafolliculaire cellen) die het hormoon Calcitonine aan kunnen maken. Dit hormoon remt de botafbraak waardoor de hoeveelheid calcium in het bloed lager wordt. Bij een (te) hoge Calcium waarde wordt er Calcitonine geproduceerd.

Jodium

Voor de vorming van T3 en/of T4 is er jodium nodig. Deze stof komt in relatief weinig voedingsmiddelen voldoende voor. Om deze reden voegen wij jodium toe aan bakkerszout zodat we via brood voldoende binnen krijgen. Dit is goed voor zo'n 20 microgram jodium per boterham. Echter niet iedereen eet brood. Tegenwoordig hebben we (keuken) zout met extra jodium die we in de supermarkt kunnen kopen. En in zeezout zit jodium (met daarnaast een hele reeks mineralen).

Bij een slechte voeding zou je een tekort aan jodium kunnen krijgen. Denk bijvoorbeeld aan ouderen die slecht mobiel zijn en/of moeilijk kunnen eten/kauwen. Een jodium tekort is bij hen een van de meest voorkomende oorzaken voor een nodulair struma (verdikte schildklier).

Zodra een struma bij meer dan 10% van de bevolking in een bepaald gebied voorkomt is er sprake van een endemisch struma. Dit is vrijwel altijd ten gevolge van een jodium tekort in de voeding. Een struma kan ontstaan als er minder dan 60 microgram per dag uit de voeding wordt opgenomen.

Calcium

De hoeveelheid calcium in het bloed staat o.a. onder invloed van de eerder genoemde C-cellen en hun hormoon Calcitonine. Zij komen in de schildklier voor en doen de Calciumconcentratie in het bloed dalen. Een ander orgaan, dat achter de schildklier ligt, is de bijschildklier. Deze produceert parathormoon (PTH) dat kan zorgen voor een stijging van Calcium in het bloed. Het hormoon bind zich aan een cel die bot aanmaakt (de osteoblast) die dan een andere cel, de osteoclast, die bot afbreekt, stimuleert. Bij het afbreken van bot komt dan Calcium vrij. De concentratie fosfaationen in het bloed staat eveneens onder invloed van het parathormoon. Van al het calcium in het lichaam zit er 99% in de botten. Om calcium uit de darmen op te nemen is er Vitamine D nodig. Voor het aanmaken van collageen (nodig voor de botten), is Vitamine C nodig.

Afwijkende schildklierfunctie

Bij een verstoring van de schildklierfunctie kunnen er ziekteverschijnselen ontstaan. Denk voor verstoringen in de schildklierfunctie aan ziekten als:
  • Graves
  • Toxisch adenoom
  • Toxisch multinodulair struma
  • Thyreoiditis
  • Hyperplastisch struma
  • Syndroom van Sheehan
  • Een te veel of tekort aan jodium
  • Zie eveneens

Enkele ziekteverschijnselen zijn:
  • Vermoeidheid
  • Slecht tegen warmte of kou kunnen
  • Aankomen of afvallen

De mogelijke oorzaken en ziekteverschijnselen worden uitgebreid beschreven in oorzaken van hypothyreoidie

Behandeling

De behandeling voor schildklierziekten is medicamenteus, met radioactief jodium, of chirurgisch.
Bij radioactief jodium wordt gebruik gemaakt van de eigenschap van de schildklier om jodium op te slaan. Het is een hele puzzel om de behandeling dusdanig af te stemmen dat er niet te veel of te weinig schildklierweefsel verdwijnt, en dat de ziekte niet terug komt. Vaak is deze afstemming onmogelijk en ontstaat erna hypo- of hyperthyreoidie. Met medicijnen is de hypo- of hyperthyreoidie na de behandeling te corrigeren.
Oorzaken van hypothyreoïdie, een ziekte van de schildklier

Oorzaken van hypothyreoïdie, een ziekte van de schildklier

Hier wordt hypothyreoïdie (verminderde werking van de schildklier) besproken. Extra aandacht voor T3, T4, en TSH spiegels in het bloed, en de relatie met de hypofyse en hypothalamus. Bij een afwijkend…
Syndroom van Sheehan

Syndroom van Sheehan

Bij bevallingen komt bloedverlies voor. Soms ontstaat er shock. Dit kan ervoor zorgen dat er geen melkproductie op gang komt en de menstruatie achterwege blijft. Er kan sprake zijn van het syndroom va…
Behandeling van de ziekte van Graves (schildklierziekte)

Behandeling van de ziekte van Graves (schildklierziekte)

Graves is een veelvoorkomende schildklierziekte. Aanvankelijk is er hyperthyreoïdie en in het eindstadium kan er hypothyreoïdie zijn. In het stadium van hyperthyreoïdie zijn er drie behandelingsmogeli…
Gepubliceerd door Sleurholts op 28-01-2014, laatst gewijzigd op 09-02-2018. Het auteursrecht (tenzij anders vermeld) van deze special ligt bij de infoteur. Zonder toestemming van de infoteur is vermenigvuldiging verboden.

Bronnen en referenties
  • 1. van Everdingen J.J.E., Klazinga N.S., Pols J., Geneeskundig woordenboek, negende herziene uitgave, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegum.
  • 2. Junqueira L.C. , Carneiro J. , Wisse E. , Nieuwenhuis P. , Ginsel L.A. , Funtionele histologie, tiende druk, Elsevier gezondheidszorg.
  • 3. van der Meer J. , Stehouwer C.D.A., Interne geneeskunde, dertiende druk, Bohm Stafleu van Loghum, Houten.